Er is een serie kriya’s die het verhaal van de Witte berg tot uitdrukking brengt. In de eenvoudige houdingen die we steeds afwisselend links en rechts aannemen drukken we het karnen uit. Na iedere houding kom je weer terug in het midden en zit even stil.
Leren zitten en de witte berg
Naar de lesEr bestaat een heel oud verhaal. Zo oud dat de oorsprong is verdwenen in de mist van de tijd. Maar ook is het een verhaal dat zich vandaag de dag nog steeds voltrekt. Het is een verhaal over de goden die leefden in hun hemel. Ze hadden het er heel goed en ze waren zo machtig dat ze zelfs de dood de baas waren. Ze waren dus ogenschijnlijk onkwetsbaar en onsterfelijk. En zo gebeurde het dat ze verwaand en arrogant werden, neerkeken op de andere sferen in het universum waar het wat meer behelpen leek te zijn.
Maar als gevolg van hun arrogantie en verwaandheid riepen ze de toorn van de schepping zelf over zich af en de goden verloren hun onsterfelijkheid. Toen ze eenmaal beseften dat hun macht hen was ontnomen en ze uitermate kwetsbaar bleken te zijn hadden ze uiteraard diepe spijt. Ze vroegen het opperwezen wat ze konden doen om hun oorspronkelijkheid weer te herwinnen. De goden kregen de opdracht naar de aarde af te dalen en daar de melkoceaan te karnen totdat de boter boven zou komen drijven. In die tijd was de oceaan nog helemaal gevuld met melk en niet met zout water.
Zo daalden de goden af naar de aarde om de oceaan te karnen. In vroegere tijden werd er boter gemaakt door melk in een grote kuip te gieten, er dan een cultuur aan toe te voegen, de karnstok in de kuip te plaatsen en er een touw omheen te draaien. Door afwisselend aan de ene en dan de andere kant van het touw te trekken begon de stok te draaien, waardoor na enige tijd de boter kwam bovendrijven.
De goden konden dit karwei niet alleen af. Daarom riepen ze de hulp in van hun halfbroers, de asura’s, de demonen. De oceaan was zo groot dat ze eerst naar de Himalaya’s reisden en daar de wit besneeuwde berg Mandara van zijn voetstuk trokken, die dan karnstok kon dienen. Als touw vroegen ze de slangengod Vasuki. Toch was de berg niet groot genoeg en dreigde in de oceaan te zinken. De hulp van Vishnu, het instandhoudende aspect van de schepping, werd aangeroepen en hij verscheen in de gedaante van een reuzenschildpad, Kurma-avatar. Op het enorme rugschild vond de stok nu steun en het karnen kon beginnen. De goden en demonen trokken beurtelings aan respectievelijk de kop en de staart van de slang die zich om de berg heen gewonden had.
Tijdens het karnen kwam er een geweldige hoeveelheid gif vrij die de hele wereld dreigde te vernietigen. In hun wanhoop gaven de goden en demonen zich over en riepen nu de hulp van Shiva zelf aan, de vernietiger van alle illusies. Met één groot gebaar schepte hij het schuimende gif in zijn hand en dronk dat in één teug leeg. Het gif brandde een blauwe vlek in zijn keel en vandaar dat één van de namen van Shiva Neelakantha is, degene die blauw gekleurd is.
Na vele eeuwen noeste arbeid kwam tenslotte de boter, de nectar van onsterfelijkheid bovendrijven en werden de goden weer in hun oorsprong hersteld.
En nu natuurlijk de moraal van het verhaal!
Die goden dat zijn wij zelf natuurlijk. De mens heeft een geweldige macht over de schepping. Hij kan de wereld veroveren en hij kan ze vernietigen. Toch is er ook het besef hoe klein en nietig we zijn. Er hoeft maar een virus rond te waren of de computer crasht. En als een virus de mens treft beseft hij plots al te goed hoe kwetsbaar en vergankelijk zijn bestaan is. Het is ijdele hoop maar uit alle macht trachten we de dood te bezweren, uit te stellen, te vermijden.
Toch vertelt het verhaal dat we hier op aarde zijn juist om onze onsterfelijkheid weer te hervinden. De melkoceaan is een oud symbool voor de menselijke geest. In ieder van ons is de wijsheid, de boter al aanwezig maar dient ontwikkelt te worden. De geest is als een geweldige oceaan vol indrukken, ervaringen en opgedane kennis. Zoals de boter al verborgen aanwezig is in de melk, zo is de wijsheid ook al in ons aanwezig. Ze dient enkel juist gekarnt te worden om weer de essentie, het wezenlijke van ons bestaan opnieuw bewust te worden. Hier op aarde is er altijd de ervaring van dualiteit. Ze is er in ons zelf in de vorm van goede en slechte, goddelijke en demonische eigenschappen. En dualiteit is er in alles wat we ervaren; hitte en koude, zon en regen, geboorte en dood, de seizoenen. Maar ze is er ook in de vorm van plezier en pijn, vreugde en verdriet, erkenning en afwijzing, succes en mislukking. Het is uit al die talloze tegengestelde ervaringen dat we heel geleidelijk leren, ontdekken wat de zin van ons bestaan is.
Maar heen en weer geslingerd tussen het goddelijke en demonische in ons, dienstbaarheid v.s. egoïsme, vrijgevigheid v.s. hebzucht dreigen we bijna verzwolgen te worden door alle tegenstrijdige stemmingen en gevoelens in ons zelf. Ten langen leste beseft het ‘ik’ dat het niet op eigen kracht klaarheid kan brengen en zichzelf kan bevrijden. Het is meestal pas als we ten einde raad zijn dat we ons overgeven, de schijn van controle over ons leven uit handen geven. En pas dan komt Shiva, de vernietiger van alle illusies tevoorschijn. Shiva betekent letterlijk de voorspoedige. Waarlijk voorspoed kan er dan zijn wanneer aan alle illusies, aan alle onechtheid, onoprechtheid en luchtkastelen een einde is gekomen.
De cultuur die je aan de melk toevoegt als je gaat karnen kun je karma-yoga noemen. De yoga van handeling. De overgave wordt bhakti-yoga genoemd. Karma- en bhakti-yoga gaan altijd samen. Karma-yoga is je telkens weer met overgave aan de oefening wijden. Bhakti-yoga is je telkens weer oefenen in overgave.
De sneeuwwitte berg Mandara is het symbool voor het lichaam, of meer bepaald de wervelkolom. Wit staat hier voor onze oorspronkelijke zuiverheid, puurheid en heelheid. De slang is de levenskracht. De schildpad staat voor de aarde en gedragenheid. Een schildpad leeft ook in het water. Het waterelement is o.a. het symbool voor stemmingen en gevoelens. In het verhaal staat Kurmaavatar dus symbool voor hoe je hier op aarde te midden van de talloze wisselende golven en stromingen stabiel en ontspannen te verhouden.
Er is een serie kriya’s die dit verhaal tot uitdrukking wil brengen. Je vindt deze serie terug op onze website. In de eenvoudige houdingen die we steeds afwisselend links en rechts aannemen drukken we het karnen uit. Na iedere houding kom je weer terug in het midden en zit even stil. Gaandeweg worden je die begrippen sthiram – sukham, stevig, stabiel, stil en aangenaam, ontspannen tot een directe ervaring. Het lichaam is dan niet louter meer dat fysieke object maar wordt een heel subtiele beleving gevat in het universele, archetypische beeld van de witte berg. Een beeld dat uitdrukt wat we ten diepste zijn; Licht, Bewustzijn wat zich door middel van deze vorm wil manifesteren.
OM namah shivaya!
Mijn groet aan dát wat in wezen voorspoed is!